Veilig aardwarmte winnen: ‘De risico’s zijn in ons land zeer klein’
In de verduurzaming van het verwarmen van onze gebouwen kan aardwarmte een grote rol gaan spelen. Dus gaat er met recht veel aandacht uit naar het veilig winnen van aardwarmte. Welke sprongen zijn er de afgelopen jaren gemaakt en waar staan we nu? Een rondje langs de velden van vier betrokken partijen.
‘Willen we in onze warmtevoorziening van de broeikasgassen af, dan hebben we aardwarmte gewoon nodig’, stelt Jilles van den Beukel voorop. De energiespecialist en geofysicus noemt het een van de essentiële en kansrijke oplossingen voor de energietransitie. ‘Ongeveer een kwart van de Nederlandse warmtevraag zou op den duur ingevuld kunnen worden door aardwarmte. In een groot deel van Noord-Brabant, Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Friesland is de ondergrond en bevolkingsdichtheid uitermate geschikt. Een warmtenet leg je niet aan op het platteland, maar in dichtbevolkte gebieden.’
Afwegingen gemeente Nieuwegein
Een van die gebieden die zich waarschijnlijk goed lenen voor de inzet van aardwarmte, is de stad Nieuwegein. Daar is al 51 procent van de huishoudens aangesloten op het stadswarmtenet. Nu draait dat alleen nog wel voor 75 procent op aardgas. ‘Nóg wel’, benadrukt Marieke Schouten, wethouder in Nieuwegein met onder meer duurzaamheid en energietransitie in haar portefeuille. ‘We willen verduurzamen.’ Een marktpartij onderzoekt of aardwarmte daarin kan bijdragen.
De verkenning riep veel reacties op. Variërend van ‘Goed dat jullie dit doen, we moeten hier echt iets mee’, tot vragen over veiligheid en schade. Schouten: ‘Daar besteden we veel aandacht aan. Zo betrekken we bewoners en andere stakeholders, zoals Vitens. We hebben al veel digitale en fysieke bijeenkomsten georganiseerd. Een onafhankelijk Informatie- en Consultatieorgaan Aardwarmte (ICO) van de provincie Utrecht adviseert ons gevraagd en ongevraagd. Inwonersgroepen denken kritisch mee, ook daar zitten mensen bij die echt verstand van zaken hebben. En we informeren continu. Het gebruik van aardwarmte binnen de bebouwde kom is vrij nieuw in Nederland. De meeste mensen zijn er niet zo bekend mee. En bij boren in de grond is de link met Groningen en bevingen snel gelegd. Ook al is het een heel andere techniek.’
Niet beven voor bevingen
Van den Beukel heeft vroeger zelf olie- en gasputten geboord en kan dat verschil beamen. ‘Zolang je de aardwarmteput boort in goed doorlatend zandsteen en je wegblijft van breuksystemen en producerende of recent producerende gasvelden, is het risico op bevingen nihil. In een groot deel van Nederland hebben we gelukkig een heel geschikte ondergrond.’
Recent onderzoek bevestigt dat. ‘Bij TNO is een reviewstudie uitgevoerd naar het optreden van voelbare aardbevingen bij geothermische projecten wereldwijd’, vertelt onderzoekster Loes Buijze. ‘Voor geothermieprojecten waarbij water wordt gecirculeerd door poreuze zandsteen, zoals ook in Nederland gebeurt, zijn vooralsnog geen voelbare bevingen gerapporteerd. Dit suggereert dat de kans op bevingen bij dit type geothermie laag is.’
Dat is een voorlopige conclusie, benadrukt Loes. ‘Het aantal aardwarmteputten in poreuze zandsteen is nog wel beperkt, en veel projecten in Nederland zijn nog niet lang operationeel. Geomechanische modellen laten bovendien zien dat de afkoeling rondom de injectieput wél tot substantiële spanningsveranderingen in de ondergrond kan leiden. Het is daarom belangrijk ver van grote breukstructuren te blijven, goed te monitoren wat er in en rondom de afgekoelde zone gebeurt en geomechanische modellen beter te informeren met, en kalibreren aan, monitoring en data vanuit het veld en lab.’
Jarenlange ervaring met putten
Van den Beukel ziet de aardwarmtesector steeds verder professionaliseren. ‘Marktpartijen en opdrachtgevers krijgen meer en meer ervaring, met betere putontwerpen tot gevolg. Ze hebben veel geleerd in de afgelopen jaren. Daarnaast stappen met een krimpende olie- en gassector, steeds meer experts over naar de aardwarmtesector. Er zijn in Nederland duizenden olie- en gasputten geboord. Daar zit veel ervaring die we voor aardwarmteputten kunnen gebruiken.’
Professioneel toezicht
Die professionaliteit in de sector ziet Saskia Hagedoorn, programmamanager seismiciteit bij brancheorganisatie Geothermie Nederland, ook. En in drukbevolkte omgevingen mag aardwarmte dan nog wel vrij nieuw zijn, voor het duurzaam verwarmen van kassen en gebouwen wordt aardwarmte in Nederland al ruim veertien jaar gewonnen. Daarnaast is er scherp toezicht op de sector, geeft ze aan.
‘Voordat het ministerie van EZK een vergunning verleent, moet een operator een uitgebreide risicoanalyse uitvoeren. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) verifieert deze resultaten en geeft hierover advies aan het ministerie.’ Om de veiligheid te vergroten zal een aardwarmteproject ook continu worden gemonitord. ‘We gaan hierover een werkwijze afspreken met de operators en zijn hierover in gesprek met het KNMI en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).’
Tot slot moet de omgeving van een project erop kunnen vertrouwen dat als er tóch schade wordt veroorzaakt als gevolg van aardwarmtewinning, dit goed wordt afgehandeld en vergoed. ‘Het ministerie van EZK stelt in samenwerking met de sector een schadeprotocol op. Dit schadeprotocol regelt dat een schademelding van een omwonende van een aardwarmteproject onderzocht wordt en het schadebedrag wordt bepaald. Dit kan tussen operator en omwonende worden afgehandeld, of via de onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade.’
Een behoorlijke oplossing
Dus onder de streep, met de kansen, risico’s, beheersing en het belang van aardwarmte op een rij, hoe staan we ervoor? ‘De risico’s zijn in ons land zeer klein, de sector is professioneel en het toezicht goed scherp’, zegt Van den Beukel. ‘Geen oplossing is perfect, maar dit is toch echt wel een behóórlijke. En een die nodig is.’ Schouten: ‘We hebben geen tijd te verliezen in onze opgave om van fossiele brandstoffen af te komen, en als aardwarmtewinning veilig en verantwoord kan, kunnen we hiermee een grote stap vooruit zetten.’