Waarom de warmtetransitie een hoopvol verhaal verdient
Verhalen in de media over warmtenetten zijn momenteel veelal negatief. Terwijl de duurzame warmtetransitie vooral een hoopvol en kansrijk verhaal is, vinden Herman Exalto, projectdirecteur nationale deelneming warmte van EBN en Teun Bokhoven, voorzitter van het uitvoeringsoverleg klimaatbeleid gebouwde omgeving. “Het is een superinteressante fase.”
Waarom vinden jullie deze fase van de warmtetransitie zo boeiend?
Teun: “Er speelt veel, en veel tegelijkertijd. Ik verwacht dat we voor warmtenetten binnen enkele jaren toegroeien naar een interessante propositie voor consumenten. Die was er toen de aardgasprijs door het dak ging ten tijde van de energiecrisis. Die zal er ook in de toekomst komen, omdat we weten dat de aardgasprijzen op termijn gaan stijgen door de beprijzing op CO2-uitstoot en bijmengverplichting. We zitten midden in dat proces, waarbij we zien dat alle schakels die voor versnelling zorgen nu nog los van elkaar draaien. Op een gegeven moment haken die in elkaar. Dat moet binnen één á twee jaar gebeuren.”
Herman: “We zijn op weg. Er zijn 400.000 woningen aangesloten op een warmtenet. We willen in totaal naar circa 2,5 miljoen woningen in 2050. Er komen nu 15.000 aansluitingen per jaar bij. Om het doel te halen, is een forse tempoversnelling nodig.”
Waarom is het belangrijk dat zo veel huishoudens worden aangesloten op een warmtenet?
Teun: “In veel wijken, zeker de dichtbebouwde wijken in de grotere steden, is een warmtenet de meest logische robuuste en toekomstbestendige oplossing, en uiteindelijk voordeliger dan alle woningen van een individuele warmtepomp te voorzien. We hebben gewoonweg onvoldoende netcapaciteit om onze gebouwde omgeving te elektrificeren. Dat gaat niet. Warmtenetten kunnen een substantieel deel van onze warmtevraag invullen.”
Herman: “Aanvullend, een groot voordeel van warmtenetten: de warmtebronnen zijn altijd lokaal. Je bent dus niet afhankelijk van ontwikkelingen op de wereldwijde aardgasmarkt, die alle kanten uit kan gaan. Daardoor kun je zorgen voor een stabiele prijs. En dat is ook wat huishoudens willen: grip op hun energierekening en prijszekerheid.”
Gemeenten weten dat ze verantwoordelijk zijn voor de lokale warmtetransitie, maar zijn zich nog niet bewust van wat het allemaal betekent.
Teun Bokhoven
Voorzitter uitvoeringsoverleg klimaatbeleid gebouwde omgevingTegelijkertijd lijkt de ontwikkeling van warmtenetten te worden geremd door onzekerheid en negatieve publiciteit.
Teun: “Klopt. Je hebt maar drie negatieve artikelen in de media nodig om zo’n onrustig beeld te creëren. Daarbij komt; veel van de gemeenten zitten nog in de matrix ‘onbewust onbekwaam’. Gemeenten weten dat ze verantwoordelijk zijn voor de lokale warmtetransitie, maar zijn zich nog niet bewust van wat het allemaal betekent. Hoe begin je, hoe richt je de samenwerking in, de projectorganisatie, welke technieken bestaan er, wat gaat het kosten? Het is voor bestuurders ook niet niks. Zij staan straks in zaaltjes en buurthuizen om te vertellen wat er moet gebeuren. En dat de straat open gaat.”
Herman: “Aan de andere kant zijn er tientallen projecten in Nederland die gewoon heel succesvol zijn. Daar hoor je in de media weinig over. En dat is wel nodig om andere projecten los te krijgen. Bijvoorbeeld in Delft, waar 3.000 woningen plus de universiteitscampus worden aangesloten op een geothermiebron. Of in het Friese Heeg, waar bewoners in de plaatselijke energiecoöperatie zelf kiezen voor aardwarmte als oplossing voor hun warmtevraagstuk.”
De Wcw beschermt consumenten tegen een hoge energierekening als ze op een warmtenet worden aangesloten.
Herman Exalto
Projectdirecteur nationale deelneming warmteTeun: “Dat is een mooie ontwikkeling, in Heeg. Wat je ziet is, als bewoners zelf op zoek gaan naar de meest interessante oplossing voor hun warmtevoorziening, dat ze uitkomen bij collectieve warmte.”
Wat verwachten jullie van de komst van de Wet collectieve warmte (Wcw) en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw)?
Teun: “Dat worden belangrijke instrumenten in de versnelling van de warmtetransitie. De Wgiw geeft meer duidelijkheid over hoe gemeenten de meest optimale energieoplossing voor hun wijken kunnen realiseren. In veel gevallen zullen dat warmtenetten zijn. Die zijn maatschappelijk gezien het meest voordelig. Maar nu nog niet altijd direct voor de consument, dat maakt het ook zo’n ingewikkeld verhaal om uit te leggen.”
Herman: “De Wcw beschermt consumenten tegen een hoge energierekening als ze op een warmtenet worden aangesloten. Tegelijkertijd regelt deze wet dat warmtebedrijven deels in publieke handen komen. Dat geeft vertrouwen.”
Welke rol kan EBN spelen?
Herman: “We zijn de deelneming van keus om namens het Rijk de publieke rol in te vullen in de ontwikkeling van warmtenetten, al moet de Wcw nog wel worden goedgekeurd. Wij bereiden onze organisatie hierop voor. Zodat we niet alleen de financiën inbrengen die nodig zijn voor de warmtetransitie, maar daarnaast zorgen voor kennis en zekerheid voor andere partijen die investeren in de warmtetransitie. Het is belangrijk dat er op nationale schaal een instantie is die kennis, blauwdrukken en best practices bundelt, zodat het bekende wiel niet in iedere gemeente opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Ik zeg nadrukkelijk; we willen niet de regie overnemen in de warmtetransitie. Die ligt echt bij gemeenten.”
Ik zie EBN als verbindende schakel tussen alle verschillende partijen die met warmtenetten bezig zijn.
Teun Bokhoven
Voorzitter uitvoeringsoverleg klimaatbeleid gebouwde omgevingTeun: “Ik hoor geen andere geluiden dan dat de rol van EBN als positief wordt ervaren. Het ontwikkelen van warmtenetten is een vak op zich. Slechts een beperkt aantal gemeenten is daartoe momenteel in staat. Daarom is EBN als kennisdrager in deze fase van de warmtetransitie zo belangrijk. Ik zie EBN als verbindende schakel tussen alle verschillende partijen die met warmtenetten bezig zijn. Daar zit een enorme toegevoegde waarde.”
Wat is nog meer nodig voor een versnelling van de warmtetransitie?
Herman: “Schaalgrootte. Die is uiteindelijk nodig om de kosten te beheersen. Als iedere gemeente voor zichzelf een warmtebedrijf gaat opzetten, ict inkoopt, servicebusjes aanschaft en monteurs aanneemt, worden ontwikkelingen kostbaar. Bovendien moet iedereen dan zelf de ervaring en routines gaan opbouwen. Je kunt deze projecten beter op een hoger schaalniveau en professioneler aanpakken. Daar worden projecten beter van. En de businesscase aantrekkelijker. Het is niet voor niets dat EBN nauw samenwerkt met de netwerkbedrijven in Nederland. En met gemeenten, om ze in staat te stellen de regie te nemen.”
Teun: “En zekerheid. Of het nu warmtebedrijven met private of publieke aandeelhouders zijn of aannemers en installateurs; zij zijn allemaal gebaat bij zekerheid in een project. En dat er daarna nog meer projecten volgen. Dat geeft de basis om te investeren en om de kostprijs uiteindelijk te drukken. Voor de warmtetransitie heb je een pijplijn van projecten nodig, en een stabiele factor daarin.”
Met de ontwikkelingen van de energieprijzen richting de toekomst in het achterhoofd, werken we met de warmtetransitie ook aan het verbeteren van de betaalbaarheid en stabiliteit van de energievoorziening van huishoudens
Herman Exalto
Projectdirecteur nationale deelneming warmte“Als laatste is er een systeemverandering nodig in de verdeling van de kosten. Op dit moment worden de kosten voor het ontwikkelen van een lokaal warmtenet over de gebruikers ervan uitgesmeerd. Voor het gasnetwerk, of voor elektriciteit worden de kosten verdeeld over alle huishoudens in Nederland. Om de kosten voor de eindgebruiker te drukken, zullen we dat op termijn ook voor warmtenetten moeten doen. Tot die tijd zijn er subsidies nodig.”
Zijn jullie positief gestemd over de toekomst van warmtenetten?
Teun: “Natuurlijk zijn er uitdagingen. Maar ik zie ook een groeiende maatschappelijke bewustwording van het feit dat die warmtetransitie moet gaan plaatsvinden. En dat er voor wijken, overal in Nederland, een kosteneffectieve oplossing voor de warmtevraag nodig is. Ik merk dat steeds meer mensen inzien dat alternatieven in de toekomst duurder worden. Of schaars. Nu al speelt netcongestieproblematiek. Dat gaat de komende jaren alleen maar toenemen. Warmte, uit de aarde of de omgeving, is redelijk stabiel in aanvoer. Alleen de infrastructuur is nog nodig. En laten we duidelijk zijn; de warmtetransitie is niet alleen een Nederlandse opgave, er is ook Europese wetgeving. De warmtetransitie is een noodzakelijke ontwikkeling die we niet kunnen stoppen.”
Herman: “Als je kijkt naar waar warmtenetten de meest geschikte oplossing zijn, is dat veelal in stedelijke en dichtbebouwde wijken waar de inkomens gemiddeld laag zijn. Mensen hebben daar grotere zorgen om maandelijks rond te komen. Met de ontwikkelingen van de energieprijzen richting de toekomst in het achterhoofd, werken we met de warmtetransitie ook aan het verbeteren van de betaalbaarheid en stabiliteit van de energievoorziening van huishoudens. Dat geeft een maatschappelijke dimensie aan de warmtetransitie die voor mij persoonlijk heel waardevol is. Hopelijk geldt dat voor veel bestuurders en beleidsmakers ook.”