Kan direct worden overgaan tot het winnen van aardgas?
Wordt overgegaan tot winning, dan verandert de proefboorlocatie in een winningslocatie, ook wel productielocatie genoemd. Voordat een winningslocatie ingericht mag worden moet (wederom) een uitgebreid administratief proces doorlopen worden.
Zijn er technische aanpassingen nodig?
Vaak wordt de put van de proefboringsfase tijdens de winningsfase hergebruikt. Het kan ook voorkomen dat er nieuwe putten nodig om het aardgas naar boven te halen. Ook worden putmondinstallaties van 2 tot 3 meter hoog aangebracht en vaak enkele gasbehandelingsinstallaties. Voor offshore locaties wordt een platform gebouwd waarop de putten aansluiten.
Verder wordt de locatie aangesloten op het gasdistributienet en het elektriciteitsnet. Omdat in Nederland aardgasproductielocaties overwegend onbemand zijn, worden er ook dataverbindingen met een controlekamer op afstand gelegd. Offshore wordt waar mogelijk aangesloten op bestaande platforms en daaraan gekoppelde offshore distributieleidingen ter reductie van de kosten.
Levert de winningslocatie direct aardgas aan het gasnet?
Voordat de gewonnen aardgas de locatie verlaat wordt het gas ontdaan van mee-geproduceerde vloeistoffen, zoals water. Zo wordt het gas geschikt gemaakt voor verder transport of voor eindlevering in het landelijke gasdistributienetwerk. Tegenwoordig wordt het gas vaker onbehandeld afgevoerd naar een bestaande behandellocatie.
Wordt de productielocatie gemonitord en onderhouden?
Gedurende de levensduur van een onshore locatie moet het grondwater gemonitord worden. Hierbij wordt gecontroleerd of er geen verzilting of andere verontreinigingen van de bodem zijn opgetreden.
Ook is er regelmatig onderhoud aan de platforms en installaties nodig, en kunnen er activiteiten worden uitgevoerd aan de putten om de winning te optimaliseren. SodM houdt toezicht op de winning zelf, maar ook of de locatie na afloop van winning correct wordt opgeruimd. Het KNMI registreert eventuele bevingen veroorzaakt door aardgaswinning.