Haalbaarheidsonderzoek CO2– transport en opslagprojecten
De ontwikkeling van een CO2 -transport en -opslagproject begint met een haalbaarheidsonderzoek naar onder meer de technische en financiële haalbaarheid. Daarnaast wordt tijdens deze fase onderzoek gedaan naar het maatschappelijk draagvlak voor het project. Energie Beheer Nederland brengt de locaties en beschikbaarheid van lege gasvelden -waarin de CO22 moet worden opgeslagen- in kaart en er vindt een verkenning plaats naar de mogelijkheden van hergebruik van de bestaande gaswinningsplatforms en leidingen. Ook vindt er een inventarisatie plaats van potentiële partners en bedrijven die gebruik willen maken van de mogelijkheid tot CO2– opslag. De vraag naar opslagcapaciteit en de beschikbaarheid van lege gasvelden zijn bepalend voor de grootte van het project.
CO2– transport en opslagprojecten
Wanneer uit een haalbaarheidsonderzoek blijkt dat een uitkomsten van alle voorgenoemde punten, positief zijn dan start de zogenaamde concept select fase, waarin het project op hoofdlijnen verder uitgewerkt wordt. Denk hierbij aan het technisch ontwerp, de business case en een plan van aanpak.
Daarna wordt bij het ministerie van Klimaat en Groene Groei melding gemaakt van het project, dat mogelijk onder rijkscoördinatie valt. In dat geval coördineert het ministerie de besluiten (vergunningen en ontheffingen) die nodig zijn voor het project. Het project start vervolgens met het bekendmaken van het projectplan (voornemen). Hierin wordt uitgelegd hoe de indiener het transport en de opslag van CO2 wil gaan realiseren en hoe de procedure en participatie gaan verlopen. Wanneer een milieueffectrapportage nodig is, wordt een concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau opgesteld dat beschrijft hoe de techniek eruit gaat zien, wat er waar mogelijk gebouwd gaat worden, welke milieueffecten worden onderzocht, hoe aan alle veiligheidsvoorschriften wordt voldaan en hoeveel CO2 er gedurende welke periode kan worden getransporteerd en opgeslagen. De uitkomsten van de onderzoeken worden vastgelegd in het milieueffectrapport.
Subsidie voor CO2-transport en opslag
Voor de ontwikkeling van een CCS project kan op Europees niveau subsidie worden aangevraagd bij de ‘Çonnecting Europe Facility’ (CEF). Dit subsidie instrument vereist dat het project de status van ‘Project of Common Interest’ (PCI) heeft.
Daarnaast kunnen de partijen die CO2 uitstoten en willen gaan afvangen, subsidie aanvragen voor de kosten van de opslag van hun CO2. In Nederland wordt deze subsidie verleend vanuit het fonds Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) dat wordt beheerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De subsidie voor CO2-opslag, dekt niet alle kosten, slechts het verschil tussen de EU ETS (European Union Emissions Trading System) rechten en de kosten die het bedrijf moet maken voor het transport en de opslag. De EU ETS rechten zijn de kosten die een partij moet betalen voor de uitstoot van elke ton CO2 in de lucht. De prijs van deze rechten worden bepaald op de Europese ETS markt. Het aantal beschikbare rechten is beperkt en gaat elk jaar omlaag. De prijs voor een emissierecht wordt bepaald door vraag en aanbod. Met 1 emissierecht mag een bedrijf 1 ton koolstofdioxide (CO2) uitstoten. Per september 2022 was de prijs per emissierecht ongeveer €80,-.
Constructie van CO2-transport en -opslag
De partijen die CO2 uitstoten, bouwen afvanginstallaties op hun bedrijfsterrein. De afgevangen CO2 moet vervolgens per pijpleiding of per schip naar een verzamelpunt aan de kust worden getransporteerd. Hiervoor worden pijpleidingen aangelegd of kades en speciale schepen gebouwd. Vanaf het verzamelpunt gaat de CO2 naar een compressorstation waar de CO2 op druk wordt gebracht voor het transport naar het lege gasveld. Voor het transport vanaf de kust naar de lege gasvelden worden bestaande gasleidingen hergebruikt of nieuwe pijpleidingen in de zeebodem gelegd.
Vanaf het platform wordt de CO2 in lege gasvelden gepompt, op ruim drie kilometer onder de bodem van de Noordzee.
CO2-opslag in bedrijf
Zodra de installaties zijn gebouwd en de infrastructuur is aangelegd, kan de afgevangen CO2 worden opgeslagen. Afhankelijk van het aanbod van CO2 en de capaciteit van de compressorstation en de leidingen duurt het enkele jaren voordat een leeg gasveld gevuld is.
De aansturing en monitoring van de installaties en leidingen gebeurt vanaf een centrale locatie. Om het gehele proces goed te kunnen beheren, worden op verschillende plekken continue metingen gedaan. Zo bevindt zich bijvoorbeeld monitoringsapparatuur in de put bij het gasveld om de CO2-injectie te controleren op druk, temperatuur en hoeveelheid. Ook wordt de gedraging van het gesteente en mogelijke bodembeweging in de gaten gehouden.
Afdichten CO2-opslagen
Als de gasvelden vol zijn, worden deze hermetisch afgesloten en vervolgens 20 jaar lang gemonitord door de operator. Daarna gaat de verantwoordelijkheid voor de opslag over naar de Nederlandse staat.
Werk in voorbereiding
In Nederland zijn meerdere initiatieven ten behoeve van CO2-opslag onder de Noordzee in voorbereiding: