Noordzee groep
De bovenste laag van de ondergrond bestaat uit grondlagen en gesteenten die de afgelopen 65 miljoen jaar zijn afgezet aan de rand van het Noordzeebekken, een omvangrijk dalingsgebied. De oudste afzettingen zijn vele honderden meters dik en bestaan vooral uit zeeklei, zandige klei en mergel. Daarbovenop ligt tot 1000 meter zand en klei, aangevoerd door rivieren. Plaatselijk is ondiep aardgas aanwezig, soms ontstaan door vergisting van organisch materiaal (moerasgas), soms doordat gas via breuken uit diepere lagen is opgestegen.
Krijtkalk groep
Deze grondlaag van plaatselijk tot 1500 meter dik bestaat uit dikke pakketten kalksteen en zandsteen, afgezet in een ondiepe zee. De fijnkorrelige kalksteen is opgebouwd uit de skeletjes van kleine zeediertjes. De kalkafzettingen uit Zuid-Limburg (soms foutief aangeduid als ‘mergel’) behoren tot deze groep, die vrijwel overal in de Nederlandse ondergrond voorkomt.
Rijnland groep
De Rijnland groep betreft zandsteenlagen tot 1400 meter dik, afgezet in rivieren, kustzones en diepere zeeën tijdens een periode van sterke daling. Deze lagen in de ondergrond zijn tegenwoordig een belangrijk reservoirgesteente voor olie en gas, dat afkomstig is uit dieper gelegen moedergesteente.
Jura groepen
Op een kleipakket van plaatselijk 1800 meter dik ligt de zogeheten ‘Posidonia schalie’, een grondlaag van grijze tot zwarte kleisteen uit het Vroeg-Jura. Gebrek aan zuurstof zorgde ervoor dat het organisch materiaal in dit gesteente niet kon vergaan. In de ondergrond van Frankrijk, Nederland en Neder-Saksen is de Posidonia schalie daardoor vaak het moedergesteente voor olie en (schalie)gas. Deze laag is 30 tot 50 meter dik en bevindt zich 900-3500 meter onder de grond. Er bovenop liggen zand, klei en kalksedimenten en gesteenten die zijn afgezet in kust, delta- en riviergebieden.
Trias groepen
Bij de Trias groepen gaat het om afzettingen die voorkomen in de ondergrond van West- en Midden-Europa ten noorden van de Alpen. Ze bestaan uit drie duidelijk verschillende gesteenten: Bontzandsteen, Muschelkalk (kalksteen met veel fossiele schelpen) en Keuper (schalie of kleisteen). Vandaar de naam Trias (= drie-eenheid). In Nederland winnen we steenzout uit Triasafzettingen. Kalksteen uit de steengroeve in Winterswijk is een grondstof voor kunstmest.
Zechstein groep
Deze grondlaag van de Zechstein groep bestaat uit steenzoutpakketten, ontstaan door indamping van zeewater. Deze laag is soms meer dan 1500m dik. Deze ondoorlatende laag fungeert als afsluitingsgesteente voor het onderliggende reservoir met olie en gas. Als dit gesteente onder invloed van druk gaat vloeien, ontstaan in de ondergrond plaatselijk zoutpilaren van duizenden meters hoog.
Rotliegend groep
De Rotliegend groep ligt bovenop maximaal tachtig meter vulkanische afzettingen, zoals basalten en vulkanische tufstenen. Deze grondlaag van maximaal zevenhonderd meter dik bevat wind- en rivierafzettingen, o.a. zandsteen en kleisteen. Het overgrote deel van het Nederlandse aardgas, opgestegen uit dieper gelegen steenkool, zit gevangen in deze slecht doorlatende gesteenten.
Limburg groep
Deze bodemlaag bestaat uit dikke pakketten steenkool met rivier- en moeraszanden en kleien. Tot deze gesteentelagen behoren de steenkoolvoorkomens van Zuid-Limburg. In een klein gebiedje in Zuid-Limburg komen ze aan het oppervlak, overal elders in Nederland zitten ze op een paar kilometer diepte in de ondergrond.
Kolenkalk groep
Deze bodemlaag bestaat uit dikke kalksteenpakketten omringd door dikke schaliepakketten. Als ze rijk zijn aan organische stof, bevatten deze schalies van de ‘Geverik member’ mogelijk schaliegas. Ondanks de naam bevatten deze gesteentelagen geen steenkool
Devoon groep
Diep in onze ondergrond liggen Midden- en Laat-Devonische afzettingen, te diep voor rendabele winning van delfstoffen. Typisch voor het Devoon zijn rode zanden en de afbraakproducten van nabijgelegen gebergten (conglomeraten). Daar bovenop liggen zand, klei en kalkige afzettingen, afgezet door de oprukkende zee.
Siluur groep
De meest diepgelegen laag van de de Nederlandse ondergrond zijn de afzettingen uit het Siluur. Deze zijn aangetroffen vele kilometers diep in Zuid-Nederland en onder de Noordzee. Deze bodemlaag is te diep voor het winnen van delfstoffen. Meestal bestaat de laag uit kwartsieten zonder fossielen.