De warmtetransitie: ‘Aardwarmte is een essentiële warmtebron’
Volgens het Klimaatakkoord moeten in 2030 de eerste 1,5 miljoen huishoudens aardgasvrij zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeert echter na een nieuwe analyse dat dit vanwege de hoge kosten niet haalbaar lijkt. Een rondje langs de experts leert waar het knelt maar biedt ook perspectieven.
Transitievisie Warmte
Welke wijken gaan voor 2030 van het aardgas af? Dat bepalen gemeenten in de Transitievisie Warmte die zij eind 2021 gereed moeten hebben. Het aardgasvrij maken van wijken staat en valt bij de verduurzaming van de warmtevraag. De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor 28 procent van ons energieverbruik. Daarvan is 69 procent voor warmte. Waarom staan we nog aan het begin van de warmtetransitie terwijl we met elektriciteit al zo ver zijn?
Ingewikkelde verduurzamingsopgave
“Er moet nog flink wat emancipatie plaatsvinden van warmte als focus voor de energietransitie”, zegt Bert den Ouden, Sectorleider Energie bij Berenschot. “En dat is hard nodig: Als we volledig willen verduurzamen moeten we naar de hele energievoorziening kijken. Daarin is warmte enorm belangrijk.” We hebben volgens Den Ouden onderschat dat warmte ingewikkelder te verduurzamen is dan elektriciteit: “We elektrificeren, bijvoorbeeld in het vervoer, waardoor het elektriciteitsverbruik groeit. Dan kun je makkelijker nieuwe duurzame opties inzetten. Verduurzaming van de warmtevraag vergt aanpassingen in bestaande situaties.”
Spaak in het wiel van de warmtetransitie
Nieuwe duurzame opties voor aardgas vergen een investering die zich op dit moment niet makkelijk lijkt terug te verdienen. Alles is duurder dan de huidige gasvoorziening. Betaalbaarheid lijkt een grote spaak in het wiel van de warmtetransitie.
Uitvoerbaarheid
Lex Bosselaar, adviseur bij het Expertise Centrum Warmte (ECW): “Er is een aantal basisstrategieën voor de Transitievisie Warmte. Gemeenten krijgen daar per wijk een doorrekening van en moeten kiezen wat in een specifieke situatie het beste alternatief voor aardgas is. Om iedereen mee te krijgen moet het financieel interessant worden, niet alleen voor de eindgebruiker maar ook voor de ondernemer. Veel vragen van gemeenten gaan daar over en het antwoord is nog niet compleet. De subsidies en regelingen die in het kader van het Klimaatakkoord en de nieuwe Klimaatwet verder worden uitgewerkt zijn bepalend voor de uitvoerbaarheid van de Transitievisies Warmte.” Kostenneutraal wordt het volgens Bosselaar niet: “Uiteindelijk zullen we het als land ergens van moeten betalen. Maar: Het levert heel veel werk op, dus we verdienen er ook mee. Op dit moment zijn de investeringen echter nog te groot voor alle partijen.”
Gasprijs te laag
Frank Schoof van Platform Geothermie noemt de kosten voor de eindgebruiker het grootste probleem. “Duurzame warmte kan op dit moment niet zonder subsidie concurreren met gas. Gas is in feite te goedkoop. Toch moet onze warmtevoorziening uiteindelijk niet van subsidie afhankelijk zijn. Dus daar moeten we een oplossing voor vinden door kosten te reduceren maar ook door op een andere manier met de kosten om te gaan.” Ook is er volgens hem een gevoel van noodzaak nodig bij beslissers, bedrijven en bewoners. “En het begrip dat het een langdurig proces is. Projecten kunnen altijd goedkoper en beter, maar je kunt niet afdwingen dat dat morgen al lukt. Het is vallen en opstaan.”
Pluriforme energietransitie
Dat de warmtetransitie snel op stoom moet komen is evident. “Het moet nu gebeuren en zo langzamerhand is elke oplossing welkom”, zegt Den Ouden. “Nu komen we niet verder, terwijl ondertussen de ijskap aan het smelten is. Dat is triest.” Den Ouden vindt dat we met het huidige beleid teveel streven naar ideale en eenduidige oplossingen. “Dit maakt het te duur voor huiseigenaren en bewoners en gaat voorbij aan hun belangen.” Den Ouden pleit voor wat hij noemt een pluriforme energietransitie: “We moeten pragmatisch zijn en gebruik maken van de flexibele oplossingen die er zijn. De werkelijke oplossing is namelijk overal een beetje verschillend. Begin bij de positie van bewoners en huiseigenaren. Vraag: Wat is voor uw situatie het beste? Dan kan er verrassend veel en verrassend snel.”
Sluit niets uit
“Alle initiatieven op het gebied van verduurzaming van de warmtevraag zouden omarmd moeten worden”, vindt ook Joris Peijster van energieleverancier en technisch dienstverlener ENGIE: “De Transitievisies Warmte en de Regionale Energiestrategieën maken duidelijk hoe kolossaal de opgave is en hoe ingrijpend in de samenleving. We kunnen geen oplossing, technologie of samenwerking uitsluiten. We moeten dit met zijn allen doen.” De nieuwe Warmtewet laat daar volgens Peijster te weinig ruimte voor: “Daarin wordt voorgesorteerd op een geïntegreerde aanpak voor een warmtevraag in een gebied waarbij je alles van a tot z belegt bij één partij.” Daar hadden we 10 jaar geleden mee moeten beginnen volgens Peijster: “Nu gaan we het simpelweg niet redden als we niet openstaan voor diverse samenwerkingsvormen waarbij iedere partij een specifiek deel voor zijn rekening neemt.”
Cruciale rol voor warmtenetten
In de verduurzaming van de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving spelen warmtenetten een cruciale rol. Op veel plaatsen in Nederland met geconcentreerde bebouwing kan goed een warmtenet toegepast worden. Op dit moment is vier procent van de woningen aangesloten op een warmtenet. Naar verwachting groeit dat de komende jaren naar 10 tot 30 procent. Lex Bosselaar: “Veel vragen van gemeenten gaan over warmtenetten. Om te beginnen moet een gemeente kijken waar een warmtenet kan en of woningcorporaties en bewoners die stap willen maken. Bestaande woningen aansluiten op een warmtenet hebben we echter nog niet zoveel gedaan dus dat is best spannend.”
Overijssel: drempels wegnemen
“In 75 wijken in Overijssel wordt nagedacht over het aanleggen van een warmtenet”, vertellen Milou Schrijver (projectsecretaris nieuwe energie) en Marleen Volkers (programmaleider energie-infrastructuur en warmte) van de provincie Overijssel: “We willen gemeenten helpen om snel te bepalen welke ideeën echt kansrijke projecten zijn.” Die kansrijke projecten moeten vervolgens goede en financierbare projecten worden. Verlagen van financiële drempels is daar een onderdeel van. “Maar de meeste projecten komen niet eens zo ver”, zegt Volkers, “die lopen al veel eerder vast doordat de juiste expertise ontbreekt bij de initiatiefnemers.” Volgens Schrijver en Volkers is het daarom zaak om bedrijven binnen te halen die de benodigde kennis in huis hebben. “We proberen daartoe samen met allerlei partijen het ontwikkelklimaat in Overijssel te verbeteren, zodat het voor warmtebedrijven aantrekkelijk wordt om in onze provincie te investeren.”
Aardwarmte is een essentiële warmtebron
De ontwikkeling van warmtenetten gaat hand in hand met de ontwikkeling van aardwarmte in de gebouwde omgeving. Herman Exalto, Programmamanager geo-energie bij EBN: “Aardwarmte is een essentiële warmtebron voor de verduurzaming van de warmtevraag in Nederland. Op dit moment zijn er in de gebouwde omgeving ruim twintig aardwarmteprojecten in ontwikkeling. Die moeten gaan voorzien in aardwarmte als duurzame bron voor de voeding van warmtenetten.”
Toepasbaar in bestaande bouw
“Aardwarmte is op verrassend veel plaatsen met geconcentreerde bouw te vinden en maakt warmtenetten in veel meer gebieden van Nederland toepasbaar”, zegt Den Ouden. Volgens hem is dat zeer welkom: “Neem flats, die zijn moeilijk op een andere manier te verduurzamen en een warmtenet is daar vaak de goedkoopste oplossing. Klimaatneutrale warmte is op veel plaatsen niet bovengronds te vinden, aardwarmte kan daarin dan toch voorzien.” Aardwarmte neemt bovendien weinig ruimte in en is continu beschikbaar. Den Ouden: “Door aardwarmte toe te voegen aan wind en zon, wordt het totale duurzame pakket beter uitgebalanceerd, met minder ruimtebeslag en meer leveringszekerheid.”
Andere aanpak nodig
“Aardwarmte heeft dus kwaliteiten die andere duurzame bronnen niet hebben. Om die reden wordt aardwarmte al langer toegepast in de glastuinbouw. “Maar, aardwarmte in de glastuinbouw is niet hetzelfde als in de gebouwde omgeving”, waarschuwt Schoof. “Op technisch vlak is het hetzelfde maar alles er omheen is anders. Daar moet je goed rekening mee houden. Aanleg van een warmtenet in een woonwijk betekent iets voor die wijk. Bewoners moeten geholpen worden om mee te doen. Zij moeten weten wat de omgevingseffecten zijn en wat de oorsprong is van de bronnen die op het warmtenet aangesloten zijn.”
Spannende periode
“De komende drie tot vier jaar worden spannend”, zegt Peijster. “Hoe reageert de samenleving op aardwarmte? Bij een project midden in een woonwijk moet je heel zorgvuldig de omgeving meenemen. In Parijs wordt al veertig jaar aardwarmte geleverd in de gebouwde omgeving. Dus we weten dat het een hele betrouwbare en veilige oplossing is. In Nederland hebben tuinders laten zien dat aardwarmte economisch haalbaar is. Nu is het aan de grotere marktpartijen om de potentie van aardwarmte in de gebouwde omgeving te bewijzen.”