“De warmtetransitie heeft behoefte aan een publieke reisgenoot”
Nederland staat voor een forse opgave om de warmtevraag te verduurzamen, dit geldt ook voor de gebouwde omgeving. Daarvoor is kracht nodig om over je eigen schaduw heen te stappen, vinden Stephan Brandligt, kwartiermaker WarmteActieTeam Rotterdam – Den Haag, en Herman Exalto, directeur business unit Warmtetransitie bij EBN.
Wat gaat er al goed in de warmtetransitie?
Stephan: “Wat goed gaat is dat er natuurlijk echt al veel gebeurt. En niet sinds gisteren, maar al sinds langere tijd zijn veel partners samen aan de slag. Er is dus een basis voor de benodigde versnelling. Laten we dus vooral niet doen alsof we op nul beginnen. Maar, het moet echt wel sneller.”
Herman: “Wat ik positief vind, is dat de Warmtetransitievisies meer en meer bestuurders en beleidsmakers het inzicht geven dat de warmtetransitie een complex vraagstuk is. Het is niet een kwestie van aardgas eruit en bijvoorbeeld de warmtepomp of een warmtenet op aardwarmte erin. Je moet dieper kijken, bijvoorbeeld naar wat de isolatiegraad is, het bouwjaar van een woning en de daarmee samenhangende warmtevraag. Daarvoor zul je passende oplossingen moeten vinden. Dát inzicht is de winst van de afgelopen tijd.”
Wat kan beter in de warmtetransitie?
Stephan: “Omdat we niet op nul beginnen, is er al veel kennis aanwezig bij betrokken partijen. Dat is goed. Maar in het onderling uitwisselen van die kennis kunnen we nog grote stappen zetten. Ik vind dat er nog te weinig contact is tussen degenen die een gebundelde warmtevraag kunnen organiseren, zoals woningcorporaties, en de partijen die duurzame warmtebronnen hebben of ontwikkelen. Dat onderlinge contact, daar moeten we op gaan inzetten.”
Herman: “Eens, maar ik zie nog een aspect. We moeten niet telkens opnieuw het wiel willen uitvinden op wijk- of gemeentelijk niveau. Werk liever toe naar repliceerbare scenario’s voor vergelijkbare gebieden qua aanbod aan warmtebronnen en warmtevraag. Uiteraard moeten we goed kijken welke techniek waar wordt toegepast, maar waar het vooral om gaat, is het goed structureren van de opzet voor de transitie. En de bestuurbaarheid en de financiering. Dat vraagt om durf bij alle partijen om over hun eigen schaduw heen te stappen.”
Hoe zorgen we dat die stap wordt gezet?
Stephan: “Ik merk bij gemeenten, woningcorporaties en andere partijen een sterke behoefte aan een publieke reisgenoot in de warmtetransitie. Een partij die hun aan de hand neemt om bijvoorbeeld het uitrollen van warmtenetten en het bundelen van de vraag te helpen organiseren. Want er zijn zo veel partijen actief in de warmteketen. Wat ik zie, is dat het elkaar opzoeken om de benodigde afstemming te organiseren gewoon niet vanzelf gaat. Daarvoor is zo’n publieke reisgenoot nodig, zeker als het om bovengemeentelijk niveau gaat. En ik denk dat EBN zo’n reisgenoot kan zijn.”
Herman: “Dit beeld herken ik wel. Zo’n publieke overkoepelende reisgenoot helpt om meer systematisch om te gaan met de gehele warmtetransitie en de rol van collectieve warmtenetten en -bronnen daarin. Je moet voorkomen dat elke partij zijn eigen businesscase ontwikkelt. Dat is een valkuil. Denk daarom aan die repliceerbare scenario’s, denk aan regionale samenwerkingsverbanden met kennisuitwisseling. Maar ook aan het vasthouden van de kennis op het gebied van projectontwikkeling, netwerkaanleg, bronnenstrategie en klantenservice. Die kennis zit nu hoofdzakelijk bij bestaande, private warmtebedrijven. EBN wil én kan de brug vormen tussen alle partijen betrokken bij de warmtetransitie.”
Wat belemmert de benodigde vervolgstap?
Stephan: “In mijn tijd als wethouder in Delft is er door de TU Delft onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke samenwerking rond warmte in mijn regio. De onderzoekers constateerden een ‘collectief actieprobleem’. Dit houdt in dat er veel partijen zijn, en iedereen wil eigenlijk hard vooruit. Maar je hebt onderling vertrouwen nodig dat de andere partij ook daadwerkelijk gaat doen wat nodig en beloofd is, zodat wat jij gaat doen in de warmtetransitie echt nut heeft. Dus dat jouw investering in een warmtebron nut heeft, omdat je erop kunt vertrouwen dat andere partijen inderdaad dat benodigde warmtenet in de wijken realiseren. Het doorbreken van dat collectief actieprobleem is voor mij dus één van de grote opgaven voor zowel de publieke als private partijen.”
Herman: “Integrale warmteketens realiseren heeft altijd iets van een kip-ei-discussie in zich. Dat laat het voorbeeld van Stephan goed zien. Hoe zeker ben je er als organisatie van dat de ander ook de benodigde beslissing neemt op het juiste moment? Het doorbreken van dat collectieve actieprobleem kan alleen maar als je de warmtetransitie als een hoger belang ziet dan het deelbelang van de eigen organisatie. Financieel een risico durven lopen speelt daarbij ook een rol. Want in de warmteketens klotst het geld niet echt tegen de plinten op. Bijdragen vanuit het Groeifonds aan trajecten zoals NieuweWarmteNu! helpen om die hobbel weg te nemen en te bouwen aan het vertrouwen.”
Maak de stap om te denken vanuit het belang van het totale systeem.
Herman Exalto
Directeur Warmtetransitie - EBNIs een samenhangende visie op de warmtetransitie nodig?
Stephan: “Ik denk het wel. We moeten ons spiegelen aan het verleden. Toen we over gingen van kolen op gas pakten publieke bedrijven die uitdaging op. Er zat een langlopende visie achter de plannen. Die steeg boven alle gemeentelijke aanpakken uit. Durf dat ook nu weer, zorg daarom dat je als publieke partijen met een onderling afgestemd verhaal naar gemeenten stapt.”
Herman: “Ik ben zeker voorstander van zo’n gemeenschappelijk verhaal. Maar dan wel gedragen door zowel de private als de publieke partijen actief in de warmtetransitie. Het is voor gemeenten van groot belang, ook politiek gezien, om te zorgen dat het aanbod van bronnen zoals van aardwarmte, van restwarmte én het aanbod van eventueel nog andere bronnen optimaal op elkaar aan te laten sluiten. En meer dan dat. De gemeente kan zo veel beter én onderbouwd haar bewoners meenemen in een samenhangende en aansprekende toekomstvisie.”
Waartoe roepen jullie partijen in de warmteketen op?
Stephan: “We moeten echt het collectief actieprobleem doorbreken. Wees je er dus bewust van dat wat jij doet invloed heeft op anderen in de keten. Andersom werkt dit principe ook; wat anderen doen, heeft ook invloed op jou. Die hele keten moet samenwerken om de warmtetransitie uiteindelijk tot een succes te maken.”
Herman: “Daar sluit ik mij van harte bij aan. Durf over de eigen schaduw heen te stappen. Bedenk dat jij en de organisatie die jij vertegenwoordigt onderdeel zijn van een groter systeem. Maak de stap om te denken vanuit het belang van het totale systeem. Want uiteindelijk wordt iedereen én onze planeet beter van een geslaagde warmtetransitie.”