Home Nieuws Het uitdagende pad richting het realiseren van industrieel koolstofmanagement

Het uitdagende pad richting het realiseren van industrieel koolstofmanagement

Achtergrond

Op 10 april vond de zesde editie plaats van de Carbon Storage Dialogues met als thema Realising Industrial Carbon Management. Meer dan 200 deelnemers bogen zich over de kwestie hoe de volgende stap kan worden gezet in het daadwerkelijk realiseren van grootschalige CO2-opslag in Nederland en op Europese schaal. Mondiaal is het guur en onstuimig, maar in het congrescentrum in Nieuwegein is de stemming optimistisch met nuances. “Het is aan het gebeuren, maar er is nog veel meer nodig.”

COO Yolande Verbeek van EBN wil niet somberen over het huidige geopolitieke klimaat, de hoge energieprijzen en de onzekerheid op het gebied van wet- en regelgeving die in menig boardroom tot kopzorgen en twijfels leiden om te investeren in CO2-opslag, hergebruik van CO2 en koolstofverwijdering. Daarvoor zijn de oplossingen te kansrijk, de ontwikkelingen te spectaculair en de urgentie te groot. Want om de klimaatdoelstellingen te halen, is het nodig om CO2 af te vangen, te transporteren en op te slaan. Daarbij ziet zij ook een rol voor CCS gekoppeld aan elektriciteitsproductie.

Europa en de Industrial Decarbonisation Bank

Voor Daniel Kitscha, Investment Policy Officer in het Low Carbon Solutions team van DG CLIMA (Europese Commissie) is het evident; het afvangen, transporteren en opslaan van CO2 is cruciaal voor de Europese industrie om zowel competitief te blijven als om de klimaatdoelstellingen te behalen. Met een serie van maatregelen probeert Europa de industrie te stimuleren om CCS toe te passen om zo direct uitstoot te verminderen. Zo zijn er de Clean Industrial Deal die van Europa het eerste net zero continent wil maken in 2050 en de Net Zero Industrial Act die voorschrijft om per 2030 maar liefst 50 miljoen ton CO2 op te slaan in de ondergrond. Kitscha ziet echter een obstakel: “Er is momenteel nog geen vraag naar de opgeslagen CO2, waardoor het voor uitstoters vooral een kostenpost is.” Kitscha verwacht daarom veel van de Industrial Decarbonisation Bank die voor de komende 10 jaar 100 miljard  euro vrij moet maken voor industrieën om te investeren in verduurzaming, waaronder de opslag van CO2. Kitscha is optimistisch over de set aan maatregelen, zeker omdat hij op Europese schaal de opslag van CO2 werkelijk ziet toenemen. Meer en meer projecten komen tot ontwikkeling. Binnen nu en 2030 wordt in Europa 18.6 Mtpa aan CO2 opgeslagen.

Op Nederlandse schaal: geen doelstelling, wel concrete projecten

Hoewel er op Nederlandse schaal weliswaar geen harde doelstelling is geformuleerd op de hoeveelheid CO2 die moet worden opgeslagen, onderschrijft Niels Berghout, beleidsmedewerker CCS  bij het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) het belang voor de industrie, die 45% van de Nederlandse energie gebruikt, om te investeren in decarbonisatie. Volgens Berghout zijn er grofweg drie manieren om te verduurzamen: bestaande industrieën zuiniger maken, nieuwe groene industrie opbouwen en een nieuwe industrie ontwikkelen die de energietransitie mogelijk maakt. De opslag van CO2 kan op korte termijn de grootste bijdrage leveren aan de CO2-reductie. Zo’n 9 tot 10 Mt in 2030, wanneer de capaciteit van de lopende en verwachte transport- en opslagprojecten zoals Porthos en Aramis bij elkaar worden opgeteld. Verder verwacht het ministerie dat Nederland 20-25 Mt CO2 kan reduceren via Carbon Dioxide Removal (CDR), ook wel negatieve emissies genoemd.

Met de regels uit Europa en een aantal stimuleringsmaatregelen, zoals SDE++ subsidie (8 miljard euro uit het Klimaatfonds) wil de Nederlandse overheid de ontwikkeling stimuleren van allerlei technologieën voor het opvangen, opslaan, transporteren en gebruiken van CO2-emissies en voor het verwijderen van CO22 uit de atmosfeer.

Afbeelding van dubbele accent

Nederland is een koploper op dit gebied

Daniel Kitscha

Investment Policy Officer in het Low Carbon Solutions team van DG CLIMA

De infographic, maar dan over CO2

Tijdens de zesde editie van deze Carbon Storage Dialogues maakte de COO van EBN van de gelegenheid gebruik om de inmiddels traditionele infographic van EBN toe te spitsen op het thema CO2 en te overhandigen aan de beide vertegenwoordigers van de Europese Commissie en KGG. Deze CO2 infographic zet helder uiteen hoe groot de uitstoot is, hoe omvangrijk de reductiepotentie van CCS is en welke projecten werkelijk een bijdrage leveren. Kitscha nam deze infographic met interesse in ontvangst en complimenteerde de aanwezigen in de zaal met de voortgang: “Nederland is een koploper op dit gebied.”

Carbon Management is grensoverstijgend

CO2-opslag, of beter gesteld, het realiseren van  Industrial Carbon Management  is niet louter een landelijke aangelegenheid. De waardeketen overstijgt de landsgrenzen. Een voorbeeld: de miljarden  die onlangs in Duitsland zijn aangekondigd om de industrie te decarboniseren, zullen ook in ons land effect hebben. Hoopvol wordt gekeken naar de ontwikkeling van de Delta Rijn Corridor. Ook het internationale energiebedrijf Eni investeert overal in Europa, en wereldwijd, in de ontwikkeling van CO22-opslag. Een ander voorbeeld: CO2next, waarvan de terminal in ieder geval eerder operationeel is dan het project Aramis, waarvan het onderdeel is, wil industrie die niet direct op een leiding is aangesloten de mogelijkheid bieden om vloeibaar gemaakte CO2 per schip te laten vervoeren en op te slaan. En ook dat netwerk overstijgt de landsgrenzen.

Afbeelding van dubbele accent

Om te voorkomen dat industrieën stilzitten door onzekerheid of te veel risico’s, is overheidssteun nodig om die risico’s weg te nemen

Pim van Keep

SLB Capturi

Tot slot opereert de Joint Venture  SLB Capturi op Europese en zelfs mondiale schaal, met nu al een aantal tastbare projecten als resultaat. Een uitgelicht CCU-project dichtbij is het onlangs gerealiseerde Twence, een Waste-to-Energy centrale in Hengelo, waar afgevangenCO2  wordt hergebruikt. Hoewel dit soort projecten en initiatieven een fundamentele bijdrage leveren aan de reductie van CO2, blijft de Europese ambitie een reuzenuitdaging. “Om te voorkomen dat industrieën stilzitten door onzekerheid of te veel risico’s, is overheidssteun nodig om die risico’s weg te nemen”, vindt Pim van Keep van SLB Capturi. Fulco van Geuns (Project Director, CO2next) vult optimistisch aan: “Natuurlijk gaan we een markt ontwikkelen voor CCS en CCU. Daar ben ik van overtuigd, als we mondiaal de noodzaak ervan blijven inzien.”

Project Porthos

Helen Miley, Project Execution Director van Porthos is opgetogen. Want Porthos is in de bouwfase. Het is een van de eerste grootschalige projecten in CO2-opslag in deze vergevorderde fase. Miley kan beelden, laten zien van hoe er daadwerkelijk wordt gegraven. En hoe leidingen de grond in gaan. En ja, er waren periodes waarin gedacht werd dat het niet zou gaan lukken. Er waren obstakels, er was vertraging, maar door goede samenwerking tussen de verschillende partners, waaronder EBN, en de nodige moed lukte het toch om het project van de kant te krijgen. Haar adagium: “Tijdens de vertraging die het project opliep, is het belangrijk om transparant te blijven en in contact te blijven met alle contractors.”

Afbeelding van dubbele accent

We wilden starten; om te leren, om de risico’s in kaart te brengen en die te verkleinen, om ervaring op te doen

Mette Fürstnow

Project Greensand Manager

Leren van Denemarken

Een stukje noordelijker ging het project Greensand van start. Het Deense project kan op veel interesse rekenen, getuige de vele vragen aan Mette Fürstnow (Project Greensand Manager) vanuit de Nieuwegeinse congreszaal. Over waarom gekozen is voor schepen in plaats van een pijplijn, of er een businesscase is of dat het vooral een gesubsidieerd project is, of de samenwerking met België geleid heeft tot een beginnende Europese waardeketen. Voor Mette Fürstnow zat het zo: “We wilden starten; om te leren, om de risico’s in kaart te brengen en die te verkleinen, om ervaring op te doen.” In Denemarken is veel capaciteit om CO2 onder de grond op te slaan, en de overheid wilde erin investeren, net als de Deense industrie. Eind dit jaar verwacht Fürstnow dat de eerste CO2 wordt geïnjecteerd. En ja, het pilotproject waarin CO22 vanuit de haven van Antwerpen werd vervoerd en geïnjecteerd in Deense bodem plaveit het pad voor een internationale waardeketen. Met concrete projecten op zak hebben Mette Fürstnow en Helen Miley een tweetal tips. De eerste: laat je niet afschrikken door de totale klimaatopgave. En de tweede: pak één probleem tegelijk aan.

Carbon Dioxide Removal (CDR)

Er lonkt een interessante businesscase, zo verzekert de Deense Mette Fürstnow. Zeker wanneer de uitstoot van biogas wordt opgeslagen, dan is het negatieve emissie. En die kan verhandeld worden, bijvoorbeeld aan grote gebruikers van data die willen vergroenen. Microsoft is daar al een aantal jaren actief mee bezig. Als een van de koplopers was Microsoft al in 2012 net zero. Het bedrijf wil in de toekomst ook historische uitstoot compenseren. Hiervoor zet Microsoft Carbon Dioxide Removal (CDR)-technologieën in. En, zo belooft Aizo Wiebenga (Industry Advisor Energy & Sustainability, Microsoft), zelfs nu de het gebruik van data fors toeneemt door de inzet van AI blijft Microsoft zich houden aan haar doelstellingen.

Marinus Tabak is COO van elektriciteitsproducent RWE en waarschuwt de aanwezigen in de zaal en de industrie in het algemeen voor het terugschroeven van klimaatambities, dat wordt aangewakkerd door de ‘interessante tijden’ waarin we op dit moment leven. Voor Tabak is het helder: Er moet een tandje bij  voor het behalen van klimaatambities. Zijn bedrijf heeft de ambitie om in 2040 net zero te opereren. Daar speelt Carbon Dioxide Removal (CDR) een cruciale rol in. Volgens Tabak horen dit soort oplossingen in een stroomversnelling te komen. “Bedrijven die hierin nu al investeren, zoals Microsoft, zijn supermoedig.”

Een stap verder: Geologisch net zero

Alsof de klimaatopgave nog niet uitdagend genoeg is: aan het staartje van de middag moeten de oren van de aanwezigen in Nieuwegein nog even tot het uiterste worden gespitst voor een onderbelicht perspectief op het begrip ‘net zero’. Professor Myles Allen (Principal Investigator, Oxford Net Zero) gaat in op het begrip ‘geologic net zero’. Er is namelijk een grens aan wat onze natuurlijke omgeving aan CO2-uitstoot, ook die uit het verleden, kan compenseren. Het streven naar net zero is daardoor niet afdoende om klimaatverandering te remmen. Dat lijkt, zo aan het einde van de dag, te vragen om nóg meer inspanning om de toch al zo complexe puzzel op te lossen. Echter, het principe onderschrijft de noodzaak én de rol van CO2-opslag om naast net zero ook de geologische variant ervan te bereiken. Volgens de berekeningen van de Britse professor kan opslag van CO2 minstens 25% van de oplossing zijn om de klimaatdoelstellingen te behalen. Mondiaal gaat op dit moment ongeveer 1% van de investeringen in de energietransitie naar CCS. Hij onderschrijft daarom tot slot de eerste woorden van deze zesde editie van de Carbon Storage Dialogues: er gebeurt heus het nodige op het gebied van CCS, maar er is nog veel meer nodig.