Home Nieuws Lokale warmtetransitie: aardwarmte is cruciaal, maar vergt voldoende schaal

Lokale warmtetransitie: aardwarmte is cruciaal, maar vergt voldoende schaal

Foto van Eveline Rosendaal en Atse van Pelt
Achtergrond

Bij het uitwerken van de gemeentelijke transitievisies warmte wordt vaak naar aardwarmte als potentiële duurzame warmtebron gekeken. Naar aanleiding van een recente uitgave van Natuur & Milieu over de rol van aardwarmte in de lokale warmtetransitie zetten Atse van Pelt, projectleider Energie bij Natuur & Milieu, en Eveline Rosendaal, teamlead marktontwikkeling Geo-Energie bij EBN, de kansen en uitdagingen rondom aardwarmte op een rij.

In hoeverre is aardwarmte cruciaal voor de lokale warmtetransitie?

Atse: Het aanbod aan duurzame warmtebronnen is in ons land erg beperkt. Aardwarmte is volgens Natuur & Milieu één van de meest geschikte bronnen voor collectieve warmtenetten die essentieel zijn voor de lokale warmtetransitie. Willen we snel stappen maken rondom de verduurzaming van de warmtevraag in de gebouwde omgeving, dan is de inzet van warmtenetten hard nodig. We kunnen het ons niet veroorloven om aardwarmte als bron niet goed te ontwikkelen. Anders bestaat het gevaar dat dit tot vertraging in de warmtetransitie van de gebouwde omgeving leidt. Dat maakt aardwarmte volgens ons cruciaal.

Eveline: Aardwarmte is voor EBN ook cruciaal waar het gaat om het beperken van de maatschappelijke kosten van de warmtetransitie. Inzetten op individuele warmte-oplossingen, zoals iedereen een eigen warmtepomp, leidt mogelijkerwijs tot aanzienlijke investeringen in netverzwaringen van het collectieve elektriciteitsnet. Dat kan leiden tot hogere maatschappelijke kosten dan in vergelijking tot een collectief warmtenet met aardwarmte als belangrijkste warmtebron.

Is er voldoende begrip van de risico’s van aardwarmte?

Atse: In onze publicatie hebben wij als Natuur & Milieu geprobeerd om de belangrijkste risico’s rondom aardwarmte op een rij te zetten. Daarbij geven we ook aan hoe deze risico’s worden beperkt en wat dan het restrisico is. Er is zeker behoefte aan zo’n overzicht. Uit onze voorgesprekken bleek dat het voor onder andere gemeenten heel ingewikkeld is om de risico’s van de inzet van aardwarmte helder te krijgen en goed in te schatten. En dat leidt tot koudwatervrees om met aardwarmte aan de gang te gaan. De publicatie laat zien dat er al ontzettend veel voorzorgsmaatregelen worden genomen om risico’s rondom aardwarmte beheersbaar, kleiner of acceptabel te maken.

Eveline: Gemeenten spelen een bepalende rol in de energietransitie. Zij moeten heel veel aspecten tegen elkaar afwegen. Rondom aardwarmte zijn er vraagstukken waar gemeenten redelijkerwijs weinig tot geen kennis van hebben, maar die wel spelen in de omgeving en in de raad. Wat ik fijn vind aan deze nieuwe publicatie, is dat deze gemeenten helpt om van tevoren in kaart te brengen wat de risico’s zijn, wie er uiteindelijk eindverantwoordelijk voor is en welke maatregelen worden genomen. Je kunt op basis van feiten en kennis over aardwarmte het gesprek aan gaan met de raad, de omgeving en als gemeentelijke beleidsmedewerkers onderling.

Kunnen we aardwarmte wel per direct grootschalig uitrollen?

Eveline: Nou, laten we vooral nu niet als een kip zonder kop gaan rondrennen en overal maar aardwarmteprojecten realiseren. De techniek is er en die is voldoende volwassen. Het ontbreekt echter aan voldoende kennis om in hoog tempo aardwarmte zo efficiënt mogelijk toe te passen. Zet daarom nu in op het creëren van batches aan voorbeeldprojecten. Doe zo meer en meer toegepaste kennis op, met ruimte om te leren. En die opgedane kennis kunnen we vervolgens weer inzetten bij een volgende, grotere groep vervolgprojecten. Zo’n leerproces is echt nodig, omdat we nog niet zijn aangekomen op het punt dat toepassing van aardwarmte gelijk is aan het ophangen van een CV-ketel.

Atse: Je hebt de door Eveline voorgestelde aanpak ook nodig waar het gaat om het beantwoorden van de vraag ‘hoe betrek je de omgeving op een juiste manier bij aardwarmte?’ We moeten nog ontdekken hoe de omgeving zich comfortabel voelt met een aardwarmte-project in de buurt. Dat is ook een leerproces. Ook daarvoor heb je de stap nodig van voorbeeldprojecten. Nu grootschalig aardwarmte toepassen zonder te leren welke specifieke vraagstukken dit heeft qua draagvlak, is niet verstandig. Een aanpak met voorbeeldprojecten geeft het nodige inzicht qua vraagstukken waar mensen mee worstelen. En daarmee kun je dan een gedegen aanpak ontwikkelen.

Wat is jullie advies voor het vervolg van de lokale warmtetransitie?

Eveline: Denk goed na over de schaal van je aanpak. Het gaat nu vaak om plannen voor slechts enkele straten met een paar honderd woningen. Dat is echt te klein om warmteprojecten gevoed met bijvoorbeeld aardwarmte of restwarmte voor op te zetten. Durf als gemeente grootschaliger te denken en te plannen. De huidige wijkuitvoeringsplannen zijn in mijn optiek dan ook een slag te klein. Zeer zeker als je regionale warmtebronnen wilt gaan gebruiken. Je hebt wellicht een planningsniveau nodig tussen het gemeentelijk wijkuitvoeringsplan en de warmtetransitievisie die vanuit de RES (Regionale Energiestrategie) wordt geschreven.

Atse: De wijkuitvoeringsplannen zijn op zich een goed middel. Maar de vrijblijvendheid rondom de warmtetransitie vraagt wel aandacht. Geef bijvoorbeeld het maken van de wijkuitvoeringsplannen daarom een meer verplichtend karakter. En wil je aardwarmte daarin toepassen, dan moeten deze plannen toch echt zo’n vijf- tot tienduizend woningen omvatten. Dat kun je ook bereiken door tussen de uitvoeringsplannen van meer kleinschalige wijken verbindingen te leggen. Laat het vooral geen aaneenschakeling van verschillende plannen worden met allemaal losstaande dingetjes.

Tot slot, wat wordt weleens vergeten rondom aardwarmte?

Atse: Realiseer je als gemeente dat aardwarmte als bron nooit op zichzelf staat. Een duurzaam warmtenet bestaat uiteindelijk uit meerdere bronnen. Het is niet zo dat je alleen aardwarmte nodig hebt voor de basislast, ook aquathermie kan een rol spelen. En denk aan je pieklast voor die extreem koude dagen. Dat kan in de vorm van een piekketel op biogas of op waterstofgas, maar ook door (hoogtemperatuur) warmte-opslag. Kortom, je moet als gemeente altijd gaan voor een mix aan bronnen voor je warmtenet.

Eveline: Wat regelmatig buiten beeld raakt is dat aardwarmte een lokale duurzame energiebron is. Direct van onder onze voeten, direct klaar voor lokaal gebruik. Enerzijds maakt het ons een stuk onafhankelijker van energiebronnen uit het buitenland. En anderzijds helpt het om snel onze warmtevraag te verduurzamen. En als we kijken naar het kostenplaatje is het ook nog eens één van de goedkopere opties, mits we het op grotere schaal kunnen toepassen. Aardwarmte is echt een prachtkans voor de lokale warmtetransitie.

Het Natuur & Milieu position paper “Aardwarmte, een cruciale warmtebron in een duurzame warmtevoorziening” verscheen in oktober 2022. De Natuur & Milieu webinar van 8 november 2022 over het paper is terug te zien op YouTube.