Nieuwe Warmte Nu: vliegwiel voor warmtenetten
De warmtetransitie kan nog niet zonder subsidie. De investeringen zijn groot, de opbrengsten onzeker en – eerlijk is eerlijk – we betalen ook nog leergeld. Daarom is er het programma Nieuwe Warmte Nu van het Nationaal Groeifonds dat EUR 200 miljoen investeert.
Nieuwe Warmte Nu biedt forse financiële ondersteuning voor twaalf warmtenet-projecten. Daarmee gaan 26.000 huizen en gebouwen en ruim 800 hectare glastuinbouw van het gas af. Ook gaat er geld naar de ontwikkeling van vijf nieuwe innovaties die helpen om warmtenetten sneller en goedkoper aan te leggen en om warmte te kunnen opslaan voor de koude wintermaanden.
André Jurjus, programmadirecteur van Nieuwe Warmte Nu, ziet dat financiële ondersteuning nog nodig is om de transitie op stoom te brengen: “Op dit moment worden alleen de kersen op de taart ontwikkeld. Dat zijn de gebieden met de beste warmtebronnen die optimaal liggen ten opzichte van de te verwarmen wijken of bedrijven. Die projecten zijn commercieel interessant, maar voor de warmtetransitie moeten we verder kijken dan de commerciële afschrijftermijn. Daarom zijn extra subsidies nodig.”
Warmtenet onder de Rijn door
Zo is er een warmteproject in Arnhem dat geld krijgt van Nieuwe Warmte Nu. De afvalverbrandingsinstallatie van AVR bij Duiven verwarmt al vele tienduizenden woningen in de regio met restwarmte. Ook Arnhem-Zuid kan warmte krijgen van de AVR, maar daar vormt de Rijn een obstakel. Het stadsdeel ligt aan de andere kant van de rivier.
“Energieleverancier Vattenfall en de gemeente Arnhem willen zo’n 4.000 bestaande woningen in de Arnhemse wijk Malburgen-Oost op het warmtenet aansluiten, maar een buis onder een waterweg aanleggen kost heel veel geld. Als je daar puur commercieel naar kijkt, kan dat niet uit. Zo’n project heeft een extra zetje nodig. Als het lukt, zetten we een grote stap en ligt een warmtenet in de rest van Arnhem-Zuid binnen handbereik.”
Ook de vijf innovaties kunnen een steun in de rug goed gebruiken. Met in het achterhoofd de gedachte dat die de aanleg en het onderhoud van warmtenetten straks fors goedkoper maken. Nieuwe Warmte Nu ondersteunt daarom de ontwikkeling van materialen, technieken en software die tot versnelling en prijsverlagingen leiden.
Toolkit en composiet
Een voorbeeld is de Design Toolkit die door onder andere TNO wordt ontwikkeld. De toolkit is een softwarepakket dat helpt bij het slimmer ontwerpen van toekomstbestendige warmtenetten. De verwachting is dat dit leidt tot een kostenbesparing van 25% bij het ontwerp en de aanleg van warmtenetten.
En aardwarmtespecialist Huisman Geo zoekt een oplossing voor de corrosie en aanslag op geothermieputten. Het bedrijf ontwikkelt een putverbuizing van composiet, een materiaal dat niet corrodeert, waardoor corrosieremmers veel minder of niet meer nodig zijn. Deze innovatie voorkomt verstoppingen en bespaart naar verwachting miljoenen euro’s aan operationele kosten per put.
Steile leercurve
Het uiteindelijke doel van al deze projecten en innovaties is om de warmtetransitie een slinger te geven, zo zegt André. “De doelstellingen in de warmtetransitie zijn hoog, maar het ging de laatste jaren minder snel dan we wilden. Het tempo van het gasloos maken van huizen moet omhoog.”
Daarbij is Nieuwe Warmte Nu het niet alleen te doen om technische noviteiten en financiële ondersteuning van grote projecten. De leercurve moet steiler, ook op het niveau van samenwerking tussen gemeenten, warmtebedrijven en woningbouwcorporaties of warmtecoöperaties.
“Zo wordt in Heeg in Friesland gewerkt aan aquathermie uit oppervlaktewater met warmte-koudeopslag. Het is in omvang een relatief klein project. Maximaal 1.115 woningen worden aangesloten op het warmtenet. Maar binnen Nieuwe Warmte Nu is dit het enige coöperatieve project waarbij bewoners zélf bepalen hoe de warmtevoorziening eruit gaat zien en gezamenlijk eigenaar kunnen worden. Het warmtebedrijf Warm Heeg werkt samen met de gemeente, waterschap en een ontwikkelaar. Het is zeer leerzaam om te ontdekken hoe je bewoners van een dorp zover krijgt om mee te doen aan een collectieve warmtevoorziening. Die ervaring kun je delen met andere dorpen die met zo’n constructie aan de gang willen. Dat leidt tot versnelling van het proces, want een dorp hoeft dan niet zelf het wiel uit te vinden. En dan heb je een vliegwiel te pakken.”
Draagvlak bij bewoners
Draagvlak voor warmtenetten is belangrijk, zegt André. “Warmtenetten moeten een graag geziene optie worden. Hoe krijg je voor elkaar dat mensen begrijpen dat een warmtenet duurzaam, betaalbaar, betrouwbaar en comfortabel is? Goede participatie met de bewoners is daarbij van groot belang. Ook daar leren we over in de projecten binnen Nieuwe Warmte Nu.”
Kennis delen is dus een pijler van het programma en een belangrijk doel in 2024. De bedrijven en organisaties die werken aan projecten binnen Nieuwe Warmte Nu hebben zich gecommitteerd om de leereffecten met elkaar en de rest van Nederland te delen. “We maken community’s om de projecten samen te brengen. Daarin bespreken de partijen waar ze tegenaan lopen en wat ze leren. Ook is het de bedoeling dat nieuwe projecten vanuit de WIS – de Warmtenetten Investeringssubsidie – worden toegevoegd aan de community’s.”
Kennis vastleggen
Nieuwe Warmte Nu is een tijdelijk project en stopt na 2027. André wil dat alle informatie en kennis die nu wordt opgedaan ook daarna beschikbaar blijft voor de warmtetransitie. “We gaan de komende jaren kijken wie de beheerder wordt van alle kennis. Nu al werken we steeds meer samen met het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie, NPLW. Dat is het aanspreekpunt voor gemeenten die met de warmtetransitie aan de slag gaan. Zit een gemeenteambtenaar met een vraag die wij kunnen beantwoorden, dan verwijst het NPLW diegene door naar ons. Zie ons als een backoffice.”
Eén vraag hoopt André over vier jaar in ieder geval te kunnen beantwoorden: Wat komt er allemaal bij kijken om een warmte-infrastructuur snel en soepel te realiseren in dorpen, wijken en buurten? “Een goed antwoord op die vraag helpt gemeenten in de warmtetransitie. Want dan kun je gestructureerd en voortvarend aan de slag en snelheid maken.”
Achtergrond: hoe verduurzamen we de warmtevoorziening?
Warmte. Zo’n 40% van alle energie die we in Nederland gebruiken, wordt ervoor ingezet. Dus als we onze warmte verduurzamen, versnellen we de energietransitie. Maar wat is de beste manier om dit aan te pakken? Ieder voor zich aan de warmtepomp? Of samen op een collectief warmtenet? In een serie van vier achtergrondartikelen in het kader van De Week van de Warmtetransitie pleiten deskundigen vurig voor het laatste. Vier verhelderende gesprekken over wetgeving-in-de-maak, een toolkit voor gemeenten, innovatie die leidt tot kostendaling – én de ethische waarde van het warmtenet. Dit is het laatste artikel in de serie van vier.